Actiepunten voor de ondernemer
Benut hogere mkb-winstvrijstelling
De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost van uw winst. U krijgt deze aftrekpost als u een of meerdere ondernemingen hebt. De aftrekpost is een percentage over de behaalde jaarwinst van deze onderneming(en). Nu bedraagt dit percentage nog 14%, maar volgend jaar gaat dit percentage omlaag naar 13,31%.
De mkb-winstvrijstelling maakt geen onderdeel uit van de ondernemersaftrek. U hoeft niet te voldoen aan het urencriterium dat bijvoorbeeld wel voor de zelfstandigenaftrek geldt. U past de mkb-winstvrijstelling toe op de winst na aftrek van de ondernemersaftrek.
Let op
Heeft uw onderneming verlies geleden? Dan verlaagt de mkb-winstvrijstelling het verrekenbaar verlies.
Spreiden investeringen voor meer KIA
Het is ook zinvol om voor het optimaal benutten van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) te beoordelen of u bepaalde investeringen nog in 2023 moet doen of dat u die beter kunt doorschuiven naar 2024. Het spreiden van investeringen kan u meer KIA opleveren. Investeert u in 2023 tussen € 2.601 en € 63.716, dan krijgt u hierover 28% KIA. U kunt voor een totale investering tussen € 63.717 en € 117.991 een vast bedrag claimen van € 17.841. Voor investeringen van in totaal tussen € 117.991 en € 353.973 neemt dit vaste bedrag geleidelijk af. Boven een investeringsbedrag van € 353.973 krijgt u geen KIA meer. Spreiden van de investeringen over twee jaren is dan dus vaak voordeliger.
Afschrijven op gebouwen in eigen gebruik
U mag als ondernemer in de inkomstenbelasting nu over het bedrijfspand dat u in eigen gebruik hebt, afschrijven tot op 50% van de WOZ-waarde van het pand. Vanaf 2024 wordt de afschrijving op een pand in eigen gebruik beperkt. Dan kunt u op dit pand nog maar afschrijven tot de WOZ-waarde. Is de boekwaarde van het pand al lager dan de WOZ-waarde? Dan heeft u geen bijtelling, maar u kunt niet verder afschrijven. Dit is dezelfde afschrijvingsmethode die nu al geldt voor ondernemers die onder de vennootschapsbelasting vallen.
Benut overgangsrecht
Heeft u een pand in eigen gebruik al vóór 2024 tot uw ondernemingsvermogen of resultaatvermogen gerekend én daarover vóór 2024 nog geen 3 volledige boekjaren afgeschreven? Dan mag u in de resterende jaren van die 3 boekjaren nog volgens de huidige regels afschrijven over dat pand.
Benut hoge EIA in 2023
U kunt energie-investeringsaftrek (EIA) krijgen voor bepaalde energiebesparende investeringen in bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan, die voorkomen op de Energielijst. De EIA bedraagt nu 45,5%, maar wordt vanaf 2024 structureel verlaagd naar 40%. Het maximale investeringsbedrag zou ook omlaag gaan, maar dat is niet doorgegaan omdat het budget structureel is verhoogd met € 25 miljoen. De looptijd van de EIA is verlengd tot 2029. Deze verlenging geldt ook voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) voor milieuvriendelijke investeringen.
BMKB-groen
Sinds dit jaar kunt u ook gebruikmaken van het verhoogde borgstellingskrediet in het Borgstellingskrediet MKB-Groen (BMKB-Groen) voor investeringen die voorkomen op de lijst van de Energie-investeringsaftrek (EIA). Het borgstellingskrediet is verhoogd van 50% naar 75% van het kredietbedrag. Daardoor kunt u gemakkelijker en sneller een lening krijgen voor energiebesparende investeringen.
Herinvesteren of nog niet?
Heeft u in het verleden een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd van de winst bij verkoop van een bedrijfsmiddel? Controleer dan of dit jaar het laatste jaar is, waarin u de reserve moet gebruiken. Dat moet immers binnen drie jaar na het jaar waarin u de herinvesteringsreserve hebt gevormd. Is dat het geval, zorg er dan voor dat u dit jaar nog investeert en voorkom dat u de reserve aan de belastbare winst moet toevoegen.
HIR ook bij gedeeltelijke staking door overheidsingrijpen
Het toepassingsbereik van de HIR wordt vanaf 2024 verruimd naar situaties waarin slechts een deel van een onderneming wordt gestaakt door overheidsingrijpen. Dit moet de toegankelijkheid van de HIR vergroten voor met name agrariërs die stoppen.
Actiepunt!
Til in dit geval de gedeeltelijke staking over de jaarovergang heen en benut de verruimde HIR.
Einde extra afschrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen
Eind 2023 komt er een einde aan de mogelijkheid om extra af te schrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen. Concreet houdt dit in dat u alleen op investeringen die u in 2023 doet in nieuwe bedrijfsmiddelen, direct al tot maximaal 50% over de aankoopprijs minus restwaarde mag afschrijven ten laste van de winst. Over het restant moet u regulier afschrijven. Meer afschrijven in 2023 betekent minder belastbare winst, dus minder inkomstenbelasting betalen. Daarmee behaalt u dus een liquiditeitsvoordeel. Ook als u zelf een bedrijfsmiddel voortbrengt, mag u versneld afschrijven over de voortbrengingskosten die u in 2023 maakt. Bepaalde bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van deze regeling, zoals gebouwen, schepen, vliegtuigen en bedrijfsmiddelen die bestemd zijn voor de verhuur aan derden. Ook zijn uitgesloten bedrijfsmiddelen waarop via een andere regeling – zoals de Vamil – al vervroegd wordt afgeschreven. Bedrijfsmiddelen die wel kwalificeren moet u uiterlijk vóór 1 januari 2026 in gebruik hebben genomen.
Deze extra afschrijvingsmogelijkheid geldt ook als uw mkb-onderneming onder de vennootschapsbelasting valt.
Actiepunt!
Heeft u nog een investeringsvoornemen? Zorg er dan voor dat u nog dit jaar investeert en maak optimaal gebruik van deze extra afschrijvingskans.
Desinvesteren of juist niet?
Hebt u bedrijfsmiddelen waarvoor u investeringsaftrek hebt gehad? Voorkom dan een desinvesteringsbijtelling. Daarmee krijgt u te maken als u deze bedrijfsmiddelen verkoopt binnen vijf jaar na het begin van het jaar, waarin u de aftrek hebt geclaimd. Ook als u binnen die termijn een handeling verricht die met verkoop gelijk te stellen is – u brengt bijvoorbeeld een bedrijfsmiddel over naar uw privévermogen – krijgt u hiermee te maken.
Actiepunt!
Check altijd eerst de investeringsdatum, voordat u tot desinvesteren overgaat. Wellicht moet u dat pas in 2024 doen.
Voorkom dat oude verliezen niet meer verrekenbaar zijn
Heeft u in het verleden verliezen geleden, dan kunt u die in de inkomstenbelasting verrekenen met winsten van de voorafgaande 3 jaar of met de winsten van de 9 volgende jaren. Dit betekent dat verliezen uit 2014 na 31 december 2023 niet meer verrekenbaar zijn. Door tijdig actie te ondernemen, kunt u (een deel van) de verliezen misschien toch nog verrekenen. Dat kan bijvoorbeeld door omzet naar voren te halen, stille reserves in bedrijfsmiddelen te realiseren of uitgaven uit te stellen. Uw adviseur kan voor u onderzoeken welke mogelijkheden u nog heeft.
Invorderingsrente verder omhoog
Als u een aanslag niet op tijd betaalt, moet u invorderingsrente betalen. Deze rente bedraagt nu 3%, maar gaat op 1 januari 2024 weer verder omhoog naar het oude niveau van 4% van voor de coronacrisis. Lost u momenteel op grond van de betalingsregeling af op uw coronabelastingschulden? Dan kunt u invorderingsrente besparen door sneller af te lossen, dan waartoe u op grond van de betalingsregeling verplicht bent. Maakt u gebruik van een van de versoepelingen bij de betalingsregeling, bijvoorbeeld de langere aflossingstermijn of de eenmalige betaalpauze van maximaal zes maanden, wees u er dan van bewust dat u dan meer invorderingsrente zult moeten betalen.
Verhuurd vastgoed wordt beleggingsvermogen
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting maakt het mogelijk om uw onderneming fiscaalvriendelijk over te dragen naar de volgende generatie. In veel gevallen is de bedrijfsoverdracht dan namelijk geheel vrijgesteld of slechts beperkt belast. Daarnaast bestaat er in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling die het mogelijk maakt om de aanmerkelijk belangaandelen (5% of meer) in een bv bij overlijden of door schenking over te dragen, zonder dat er belasting verschuldigd is (DSR ab). De BOR en de DSR ab moeten ervoor zorgen dat bij een bedrijfsopvolging de continuïteit van uw bedrijf of bv niet in gevaar komt. Beide regelingen wijzigen de komende jaren. Eén maatregel gaat volgend jaar al in. Dan wordt namelijk aan derden verhuurd vastgoed wettelijk aangemerkt als beleggingsvermogen. Dit geldt niet voor kortdurende verhuur, zoals bijvoorbeeld restaurants, hotelkamers en sportaccommodaties. De maatregel geldt wel voor de verhuur van woningen en kamers voor bewoning. Is het verhuurde vastgoed beleggingsvermogen? Dan kunnen de BOR en de DSR ab dus niet (meer) worden toegepast. Deze regelingen gelden namelijk alleen voor ondernemingsvermogen.
Pas tijdig modelovereenkomst met vrije vervanging aan
Eind maart 2023 besliste de Hoge Raad dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo niet als zelfstandige ondernemers maar op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam waren voor hun opdrachtgever. De Hoge Raad woog bij de beoordeling van de arbeidsrelatie de volgende drie elementen af:
1. De verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren;
2. De aan- of afwezigheid van werkgeversgezag?
3. De verplichting loon te betalen.
Deze elementen zijn ook verwerkt in de modelovereenkomsten die de Belastingdienst hanteert bij het bepalen of u als opdrachtnemer zelfstandig ondernemer bent of werkt op basis van een arbeidsovereenkomst met uw opdrachtgever. Gebruikt u een modelovereenkomst en werkt u conform de afspraken in deze overeenkomst? Dan mag u ervan uitgaan dat u als zelfstandige werkzaam bent voor uw opdrachtgever.
De Belastingdienst heeft echter uit de uitspraak van de Hoge Raad geconcludeerd dat er bij vrije vervanging toch sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst. Daarom is besloten op per 1 januari 2024 de goedkeuring van de modelovereenkomsten waarin vrije vervanging is opgenomen, deels in te trekken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de ‘Algemene modelovereenkomst geen werkgeversgezag en vrije vervanging (FNV Zelfstandigen) – 9052124269-3’. Deze modelovereenkomst is deels gebaseerd op vrije vervanging. Volgens de Belastingdienst vervalt dat deel van de goedkeuring met ingang van 1 januari 2024. De goedkeuring voor het werken buiten loondienst op basis van ‘geen werkgeversgezag’ blijft gelden. Wordt er dus gewerkt zonder werkgeversgezag, dan is werken buiten loondienst nog steeds mogelijk. Is dat niet het geval? Dan moet u dus de afspraken vóór 1 januari 2024 aanpassen.
Actiepunt!
Vaak zijn managementovereenkomsten gebaseerd op deze modelovereenkomst met als doel de verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen te voorkomen. Deze overeenkomsten moeten dus mogelijk worden aangepast. Laat uw adviseur tijdig controleren of u uw overeenkomst moet aanpassen.
Actiepunten voor de DGA
Check schulden bij uw bv en los zo nodig af
Als u samen met uw partner schulden hebt bij uw eigen bv die meer bedragen dan € 700.000, dan wordt vanaf 2023 het meerdere boven de € 700.000 als aanmerkelijk belangvoordeel in box 2 belast met 26,9%. Leent uw bv aan uw (klein)kinderen of aan uw (groot)ouders of die van uw partner, dan geldt de grens van € 700.000 ook voor deze verbonden personen en hun partners. Als zij zelf geen aanmerkelijk belang in uw bv hebben (5% of meer), dan vindt de belastingheffing over het meerdere boven deze € 700.000 bij u plaats. Hebben zij zelf wel een aanmerkelijk belang, dan vindt de heffing bij de lener/verbonden persoon zelf plaats.
Eigenwoningschulden
Op 31 december 2022 bestaande eigenwoningschulden bij uw eigen bv zijn uitgezonderd van deze maatregel. Bent u deze schulden daarna aangegaan, dan moet u een hypotheekrecht verstrekken aan uw eigen bv om onder deze uitzondering te vallen. Onder eigenwoningschulden vallen in dit verband alleen de schulden die zijn aangegaan voor de woning die als hoofdverblijf wordt gebruikt en dus niet schulden die zijn aangegaan voor een tweede woning of vakantiehuis.
Verlaag uw schuldenlast
Inventariseer uw schulden (niet zijnde eigenwoningschulden) bij uw eigen bv. Zijn deze hoger dan € 700.000? Op 31 december 2023 vindt de eerste toetsing plaats aan deze € 700.000-grens. Zorg ervoor dat u dan de schuldenlast zo veel als mogelijk hebt teruggebracht tot maximaal € 700.000. Dat kan bijvoorbeeld door de lening af te lossen met privémiddelen of met een dividenduitkering. Houd in dit laatste geval wel rekening met 26,9% box-2-belasting. Een andere optie is dat u een deel van de schuld herfinanciert bij een bank. Heeft u vastgoed in privé? Dan zou u kunnen overwegen om dit te verkopen om met de opbrengt de schuldenlast bij uw eigen bv terug te brengen.
Let op
Vanaf 2024 gaat de grens waarboven u over een schuld bij de eigen bv box 2-belasting moet betalen fors omlaag naar € 500.000. Heeft u een schuld aan uw eigen bv tussen € 500.000 en € 700.000, dan zult u (ook) volgend jaar moeten aflossen op deze schuld om aan de box-2-belasting te ontkomen.
Invorderen conserverende aanslag
Als u een aanmerkelijk belang (5% of meer aandelenbelang) hebt in een bv en u emigreert, wordt u geacht uw aanmerkelijkbelangaandelen te hebben vervreemd. Er wordt dan een conserverende aanslag opgelegd over de meerwaarde, waarvoor u (onder voorwaarden) uitstel van betaling krijgt. Deze aanslag wordt ingevorderd voor zover u na emigratie inkomen uit uw bv geniet. Onder de huidige wet zou de conserverende aanslag ook kunnen worden ingevorderd als u na emigratie bovenmatig leent van een nieuw opgerichte in het buitenland gevestigde vennootschap, waarin u een aanmerkelijk belang hebt. Vanaf 2024 wordt in deze situatie de conserverende aanslag niet ingevorderd. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2023.
Twee tariefschijven in box 2
Vanaf 1 januari 2024 wordt een progressief tarief ingevoerd in box 2. Er komt een eerste schijf met een tarief van 24,5% voor box-2-inkomen (bijvoorbeeld dividenden) tot € 67.000 en daarboven een tarief van 33%. De invoering van twee tariefschijven was al bij het Belastingplan 2023 bepaald. Dit jaar is alleen het tarief in de tweede schijf aangepast. Die was vastgesteld op 31% maar is nu verhoogd naar 33%. Heeft u een fiscaal partner? Dan geldt vanaf 2024 het lage box-2-tarief tot € 134.000 bij een gelijke verdeling tussen u en uw partner.
Actiepunt
Het kan interessant zijn om een extra hoog dividend uit te keren. Dat wordt nu nog helemaal belast tegen 26,9% box-2-heffing. Maar dat is zeker niet altijd gunstig, dus vraag eerst advies bij uw adviseur. Tot een bedrag van € 67.000 (fiscale partners: € 134.000) is het voordeliger om te wachten met de dividenduitkering tot 2024 vanwege de tariefsverlaging van 26,9% naar € 24,5% in 2024.
Voorkom onverrekenbaar ab-verlies
Verliezen uit een aanmerkelijk belang (ab) die vanaf 2019 zijn ontstaan, zijn nog 6 jaar verrekenbaar met toekomstige ab-winst, bijvoorbeeld met toekomstige dividenduitkeringen of winst bij verkoop van uw ab-aandelen. Voor ab-verliezen uit 2018 en eerdere jaren is de oude termijn van 9 jaren blijven gelden. De achterwaartse verliesverrekening is 1 jaar. Een ab-verlies uit 2014 is dus na 31 december 2023 niet meer verrekenbaar. Door tijdig actie te ondernemen, kunt u (een deel) van de verliezen wellicht toch nog verrekenen. Vraag uw adviseur naar de mogelijkheden die u daartoe heeft.
Actiepunt
Controleer of u nog ab-verlies hebt in 2023 en voorkom dat dit niet meer verrekenbaar is.
Zet onverrekenbaar ab-verlies om in belastingkorting
Heeft u een onverrekenbaar ab-verlies in box 2, omdat u geen aanmerkelijk belang meer hebt? U kunt dan in de 9 jaren na het jaar waarin u het ab-verlies hebt geleden, het ab-verlies laten omzetten in een belastingkorting in box 1. U kunt dus een ab-verlies dat u in 2014 hebt geleden nog tot 31 december 2023 laten omzetten in een belastingkorting in box 1. Deze korting kunt u verrekenen met de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen in box 1 over het jaar 2023.
Voorkom bijbetaling vennootschapsbelasting
Als uw bv vennootschapsbelasting moet bijbetalen, dan kan zij daarover 8% belastingrente in rekening gebracht krijgen. Dit kunt u voorkomen door een reële inschatting te (laten) maken van de verschuldigde vennootschapsbelasting. Doet uw bedrijf het beter dan u begin 2023 had verwacht en is de winst waarschijnlijk hoger. Verzoek dan om een aanvullende voorlopige aanslag.
In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot 7 november 2023. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.